Pinksteren

Pinksteren of Sinksen

Pinksteren is na Pasen en Kerstmis de belangrijkste feestdag voor christenen. In de katholieke liturgie sluit Pinksteren de paastijd af, een periode van 50 dagen die begint op de vooravond van Pasen.

De paastijd vormt één zogenoemd heilsgebeuren met drie feestdagen: Pasen (de verrijzenis van Jezus), op de 40e dag na Pasen gevolgd door Hemelvaart (Jezus die plaatsneemt aan de rechterhand van de Vader) en op de 50e dag Pinksteren (de komst van de Heilige Geest).

Pinksteren vindt zijn oorsprong in het joodse Wekenfeest, een dankfeest voor de oogst. In de 2e eeuw kwam de nadruk te liggen op het herdenken van het verbond tussen God en het Joodse volk, dat gesloten werd toen Mozes de Tien Geboden kreeg op de berg Sinaï. Het Wekenfeest werd gevierd 50 dagen (7 weken) na Pesach, de joodse uittocht uit Egypte.

Christenen namen het Wekenfeest over om de nederdaling van de Heilige Geest te vieren. Het woord “Pinksteren” is afgeleid van de Griekse naam voor het Wekenfeest, “Pentèkostè”, wat “vijftig” betekent. In het Latijn heet Pinksteren “Quinquagesima”. Een verre verbastering hiervan is Sinksen.

“Vlammen als vurige tongen”

Wat gebeurde er volgens de Bijbel op Pinksteren? De apostelen, na Jezus’ Hemelvaart alleen achtergelaten, hadden zich verschanst in een huis in Jeruzalem, biddend en wachtend op de komst van de Heilige Geest, die hen verder geestelijk moest leiden en de kracht geven het evangelie te verkondigen. Op de tiende dag na Hemelvaart, de vijftigste dag na Pasen, “verschenen er plots grote vlammen die zich als vurige tongen boven de hoofden van de aanwezigen verspreidden”.

De apostelen werden op die manier vervuld door de Heilige Geest, traden naar buiten en begonnen het evangelie op luide toon te verkondigen, in allerlei talen. Petrus nam vervolgens het woord en hield een lange toespraak. “Drieduizend” mensen van allemaal verschillende moedertalen sloten zich bij hen aan, de stichting van de eerste christelijke gemeente. Pinksteren wordt zo gevierd als het beginpunt, de geboorte van de christelijke kerk.

Pinkstermaandag – Heilige Maagd Maria, Moeder van de Kerk

Op 3 maart 2018 heeft het Vaticaan het besluit van paus Franciscus meegedeeld, dat in de hele Kerk van de Romeinse ritus de viering van Maria onder de titel ‘Moeder van de Kerk’ wordt ingevoerd als een jaarlijkse verplichte gedachtenis op pinkstermaandag. In landen waar op de maandag en dinsdag na Pinksteren gelovigen de gewoonte hebben om aan de eucharistie deel te nemen – bijvoorbeeld omdat het een vrije dag is, zoals bij ons op pinkstermaandag – kan men volgens de rubriek in het Romeins missaal het misformulier van Pinsteren hernemen. In een aparte nota (24 maart 2018) van kardinaal Robert Sarah, prefect van de Congregatie van de goddelijke eredienst, wordt echter beklemtoond dat men zo mogelijk de voorkeur moet geven aan de gedachtenis van de ‘Heilige Maagd Maria, Moeder van de Kerk’.

De zalige paus Paulus VI riep op 21 november 1964 aan het eind van de derde zittingsperiode van het Tweede Vaticaans Concilie de heilige Maagd Maria uit tot ‘Moeder van de Kerk’. Bij gelegenheid van het heilig Jaar van de verzoening (1974) werd ter ere van de Heilige Maria, Moeder van de Kerk, een votiefmis opgesteld.

De aanduiding van Maria als ‘Moeder van de Kerk’ is reeds oud. Het decreet van 3 maart verwijst naar de H. Augustinus, die schreef dat Maria de moeder is van de ledematen van de Kerk, omdat zij door haar liefde heeft meegewerkt aan de geboorte van de gelovigen in de Kerk. En Paus Leo de Grote verkondigde dat de geboorte van het Hoofd ook de geboorte van het Lichaam is. Ook hij duidde Maria aan als moeder van Christus, de Zoon van God, én als moeder van de ledematen van het mystieke lichaam, nl. de Kerk.

De verbinding van deze gedachtenis van Maria als Moeder van de Kerk met het Pinksterfeest, is te vergelijken met de viering van het Onbevlekte Hart van Maria, daags na het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus. Beide liturgische vieringen brengen de nauwe band aan het licht tussen de persoon van Maria en het Christusmysterie en het mysterie van de Kerk.