Lichtmis

Ontstaansgeschiedenis

Van oorsprong een Moeder Aarde symboliek die in onze streken bij de plattelandsbevolking van uitermate groot belang was. De aarde, de Grote Moeder, was de bron van leven en aangezien de boerebevolking afhankelijk was van de opbrengst van het land, spreekt het voor zich dat ze haar erg genegen waren.

Veel van de heidense kultus werd opgeslorpt in de christelijke Maria- en Annaverering. Zo is het uiterst merkwaardig dat Maria-Lichtmis in februari valt.

We weten dat de geboorte van Christus vrij laat (in de 4de eeuw) op het heidens feest van de Sol Invictus werd geplaatst. Volgens de Joodse opvatting is een vrouw door het schenken van een kind onrein geworden en daarom mag ze pas 40 dagen na de bevalling de tempel betreden.

Nu moeten we in het achterhoofd houden dat in het heidense Rome ‘Februarius’ d.w.z. ‘reinigingsmaand’, de periode was van het rondtrekken door de velden met fakkels om deze door het vuur te zuiveren. Aan dergelijke ommegangen, de Amburnale, namen duizenden mensen deel. Het middelpunt van de feestelijkheden was de herdenkeing van de roof van Proserpina door Pluto (Persephone door Hades), waarbij Ceres haar ontvoerde dochter bij fakkellicht ging zoeken.

De christelijke kerk heeft hierin de mogelijkheid gezien om het heidense reinigingsfeest, de zuivering van de kosmos, om te toveren tot Maria’s reiniging. Het uitbreken van een pestepidemie in Konstantinopel heeft hiertoe de aanzet gegeven. Om deze plaag af te wenden stelde paus Vigilius V in 544 het kerkfeest van Maria-Zuivering in, waarna dit feest voor het eerst werd gevierd. En sindsdien bleef het in gebruik …

Zij het om het in onze contreien ingang te laten vinden door een gedaantewiseling van de christelijke Maagd Maria, die in oorsprong niets met een heidense Aardegodin te maken had. Bijgevolg zal deze Maria ook de aspekten van de opname van de Zon in zich dragen en zal het reinigingsfeest bij ons geen negatief karakter hebben, zoals bij de Joden het geval is, maar een opgewekt en levendig karakter. Hierbij kunnen we eveneens naar de joelvieringen verwijzen.

Zo was het in sommige streken van Nederland tot voor kort de gewoonte op vrouwendag, d.w.z. Maria-Lichtmis, een lichtje aan de deurklink of op een emmerrek aan te brengen “om de doden de weg te wijzen en tot een maaltijd uit te nodigen”. Op IJsland stonden de vrouwen op deze dag zeer vroeg op, gingen driemaal rond het erf, en nodigden vervolgens de “ontwakende zon” uit om binnen te komen. In het heidens-christelijk syncretisme zal Maria de Lentegodin, het nieuwe ontluikende leven vertegenwoordigen.

De grote verering voor de vrouw als zinnebeeld, werd in de Indo-Europese landen tot uiting gebracht in een aantal symbolen: het hart, het ‘ur’, de ‘ing’ en de akker.

 

Christelijk feest

Kortweg Lichtmis, is een christelijk feest dat op 2 februari gevierd wordt en herinnert aan de lichtprocessie, als hulderitueel aan Maria.

Hoewel de titel van het feest naar Maria verwijst, slaat Lichtmis vooral op Jezus. De kerk gedenkt een nieuwe Epifanie. Dit betekent dat Jezus voor de eerste maal onder het volk verschijnt. Voor het eerst komt Jezus in het huis van zijn Vader, namelijk de tempel van Jeruzalem. Vandaar dat dit feest ook de opdracht van de Heer in de tempel genoemd wordt, waarbij Jezus, zoals elk joods jongetje, wordt opgedragen aan God. Het is de laatste feestdag die verbonden is met Kerstmis.

Simeon had van de heilige Geest de belofte ontvangen dat hij niet zou sterven vooraleer hij de Messias had gezien. In de tempel werden Jozef en Maria benaderd door de oude man Simeon, die in Jezus de Messias herkende en hem beschreef als ‘licht van de nieuwe wereld’. Dit is een verklaring waarom die dag gesproken wordt over ‘lichtmis’. De uitspraak van Simeon wordt herdacht door kaarsen te wijden en lichtprocessies in de kerk te houden.

Daarnaast herdenkt men het zuiveringsoffer dat Maria veertig dagen na de geboorte van Jezus volgens de Joodse wet moest brengen. Tot de jaren 1960 was het ook bij ons gangbaar dat de moeder binnen de negen dagen een kerkgang deed, uit dank voor een gezonde baby. Ook smeekten ze Maria’s genade over hun kind af.

Op Maria-Lichtmis worden traditioneel kaarsen gewijd die in een kaarsjesprocessie gebruikt worden, of die meegenomen worden naar huis om ze te gebruiken bij speciale gelegenheden (wanneer iemand stervende is, bij hevig onweer, enz.). In verschillende talen verwijst de naam van het feest naar kaarsen; in het Zweeds heet het Kyndelsmässodagen, in het Frans Chandeleur. In de Vlaanders liet men vroeger gedurende de plechtigheid een paar druppels van dat gewijde kaarsvet in water vallen. Leken die gestolde druppels op een vlasbloem, dan kon men dat jaar op een schitterende oogst rekenen.

Lichtmis wordt in onze streken verbonden met het einde van donkere maanden december en januari wanneer het licht langzaam terugkeert. Het is ook traditie dat er op Maria-Lichtmis pannenkoeken gegeten worden. De kippen leggen opnieuw; er zijn weer eieren genoeg om het beslag te maken. Dit pannenkoeken bakken wordt uitgedrukt in het gezegde: “Er is geen vrouwtje nog zo arm, of ze maakt haar pannetje warm”. Het werk op de boerderij werd stilaan hervat en gevierd met haardkoeken, later werden dat pannenkoeken. Dat we vandaag nog steeds pannenkoeken eten is een gevolg van deze traditie. De ronde goudkleurige pannenkoeken verwijzen ook door hun vorm en kleur naar de zon en het licht: vanaf februari zijn de echt donkere winterdagen voorbij en kijken we uit naar de lente.

Doordat Maria-Lichtmis samenvalt met het langer worden van de dagen, zijn er heel wat weerspreuken verbonden aan die dag, zoals bijvoorbeeld ‘Lichtmis donker maakt de boer tot jonker’, ‘Lichtmis helder en klaar, maakt de boer tot bedelaar’, ‘Geeft Lichtmis klaverblad, met Pasen sneeuw op het pad’, ‘Als Lichtmis komt met blommen, zal Pasen met sneeuw en ijs kommen’, ‘Geeft Lichtmis zonneschijn, ’t zal later winter zijn’.