Feestdag Zuid-Tirol

Eerste Onafhankelijkheidsdag van de Südtiroler Schützenbund (2013)

De Schützen zijn de bijna 700 jaar oude lokale vrijwillige milities die instonden voor de verdediging van Tirol. Vandaag vechten ze niet langer met geweren maar met de middelen van de burgerlijke samenleving. Ze maken gebruik van sociale media, demonstraties, evenementen, discussies … Ze zijn georganiseerd in 144 compagnieën, je vindt ze terug in quasi alle gemeenten, steden en dorpen van Zuid-Tirol. Met hun meer dan 6000 leden op een totaal van 500 000 Zuid-Tirolers hebben ze een stevige basis. Wie al eens ter plaats was, kent hen wellicht van hun erg kleurrijke optochten in traditionele klederdracht.

Zuid-Tirol komt bij Italië

Na de Eerste Wereldoorlog wordt het zuiden van Tirol aan de zegevierende mogendheid Italië toegewezen. De strijd om zelfbeschikking en de rechten van minderheden begint.
Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog, in november 1918, tekenen Oostenrijk-Hongarije en Italië een wapenstilstand. Vervolgens bezet het Italiaanse leger het zuiden van Tirol en neemt het bestuur van Tirol tijdelijk op zich. Ondertussen krijgt Italië in Saint-Germain de officiële toezegging dat het het gebied ten zuiden van de Brennerpas kan annexeren. In het geheime Pact van Londen hadden Engeland, Frankrijk en Rusland in 1915 vastgelegd dat Italië na afloop van de oorlog gebiedsuitbreiding zou krijgen als het zou overstappen naar het geallieerde kamp.
In 1922 grijpen de fascisten onder leiding van Benito Mussolini de macht. Hiermee begint de systematische gedwongen italianisering van Zuid-Tirol. Onder invloed van de extreem nationalistische Ettore Tolomei wordt het Duits als onderwijstaal verboden en worden de plaatsnamen door grotendeels verzonnen Italiaanse namen vervangen. De naam Tirol wordt verboden. Vanaf 1925 worden kinderen in ondergrondse scholen, de zogenoemde ‘catacombenscholen’, onder andere door leken in het Duits onderwezen. Duitstalige beambten worden ontslagen en vervangen door naar Zuid-Tirol overgeplaatste Italiaanse immigranten. Het industriegebied van Bozen wordt enorm uitgebreid, duizenden arbeiders worden in Noord-Italië gerekruteerd en in Bozen gehuisvest. In de hoofdstad vinden bouwactiviteiten plaats op een nooit eerder vertoonde schaal. Jonge Italiaanse architecten krijgen de opdracht een nieuw, Italiaans Bozen te creëren. Er ontstaat een compleet nieuwe stadswijk met moderne lanen en monumentale gebouwen. De kroon op het bouwprogramma is het ‘Siegesdenkmal’ ter herinnering aan de verovering van het gebied.
In 1939 sluiten Hitler en Mussolini een overeenkomst met grote gevolgen. De Zuid-Tirolers worden voor een bijzonder wrede keus gesteld, ook wel ‘Option’ genoemd: emigreren naar het ‘Derde Rijk’ of in Zuid-Tirol blijven en afzien van een eigen culturele identiteit. In eerste instantie besluit een groot deel van de bevolking te emigreren. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog voorkomt echter dat er een massale exodus plaatsvindt. Slechts ongeveer 75.000 mensen verlaten Zuid-Tirol werkelijk. De Option is het grootste trauma in de geschiedenis van de Zuid-Tirolers. Gezinnen worden uit elkaar gerukt, degenen die blijven als verraders gebrandmerkt.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog wordt Zuid-Tirol door de Duitsers bezet en tot ‘operationeel gebied langs de rand van de Alpen’ verklaard. Het binnenmarcheren van de Duitse troepen wekt bij veel Zuid-Tirolers de hoop dat hun situatie zich zal verbeteren. Jonge Zuid-Tirolers moeten dienst nemen in de Wehrmacht en vechten in de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de Duitsers; meer dan 8000 sneuvelen.
In 1945 wordt Zuid-Tirol door de geallieerden bezet. In hetzelfde jaar wordt de Südtiroler Volkspartei (Zuid-Tiroolse Volkspartij, SVP) opgericht. De partij zet zich in voor het zelfbeschikkingsrecht van Zuid-Tirol en dwingt de regering in Rome in de jaren daarna tot belangrijke toezeggingen. Tot op heden heeft de SVP de meerderheid in het Zuid-Tiroolse parlement.

Een minderheid krijgt rechten

Het is een lange diplomatieke weg vanaf het begin van de onafhankelijkheidsbeweging tot aan de autonome provincie Bozen-Zuid-Tirol. De sfeer is soms explosief.
Tijdens de vredesonderhandelingen na het einde van de Tweede Wereldoorlog wordt een verzoek van Zuid-Tirol om heraansluiting bij Oostenrijk afgewezen. In het Verdrag van Parijs uit 1946 komt na onderhandelingen tussen Oostenrijk en Italië een autonomie-ontwerpvoor Zuid-Tirol tot stand. In 1948 wordt in Rome een eerste autonomiestatuut voor de gehele regio inclusief het naburige Trentino aanvaard. Hierdoor blijven de Zuid-Tiroolse afgevaardigden in het regionale parlement in de minderheid en zijn de facto machteloos. In 1948 wordt eveneens de kwestie van de optanten, de geëmigreerde Zuid-Tirolers, opgelost. Ze kunnen terugkeren en krijgen de Italiaanse nationaliteit.
In 1957 vindt er een grote demonstratie van de Zuid-Tiroolse bevolking op kasteel Sigmundskron bij Bozen plaats. De in 1945 opgerichte Südtiroler Volkspartei onder leiding van Silvius Magnago wil dat Zuid-Tirol ‘los van Triënt’ komt, dus dat het een eigen autonome status krijgt, onafhankelijk van de naburige provincie Trentino. In 1959 zet het inmiddels weer soevereine Oostenrijk de kwestie Zuid-Tirol voor het eerst op de agenda van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Een resolutie moet de onderhandelende partijen, vertegenwoordigd door de ministers van Buitenlandse Zaken van Oostenrijk en Italië, aan één tafel brengen.
Vanaf 1956 pleegt het ‘Bevrijdingscomité Zuid-Tirol’ (BAS) een reeks aanslagen op hoogspanningsmasten, kazernes, monumenten en spoorlijnen. De aanslagen bereiken in juni 1961 een hoogtepunt als tijdens de ‘vuurnacht’ 37 hoogspanningsmasten worden opgeblazen met als doel de Noord-Italiaanse industrie lam te leggen. Eén bom gaat te laat af, waardoor een Italiaanse wegwerker om het leven komt. De rest van de wereld wordt zich van de kwestie Zuid-Tirol bewust. In de jaren erna wordt tegen 94 BAS-activisten een proces aangespannen. In 1961 wordt de kwestie Zuid-Tirol nogmaals op de agenda van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties gezet. Er wordt een 19-koppige commissie geïnstalleerd die een autonomiepakket moet uitwerken. In 1969 wordt het eerste autonomiepakket door Oostenrijk en Italië geratificeerd. De Zuid-Tiroolse regering krijgt talrijke bevoegdheden op onder andere het gebied van transport, rijksgebouwen, sociaal stelsel etc. In de volgende decennia staat de Italiaanse regering toe dat de zelfstandigheid van Zuid-Tirol steeds verder wordt uitgebreid. De Duitse en Ladinische minderheid in Zuid-Tirol krijgen verregaande minderheidsrechten. Het onderwijs in zowel het Duits als het Ladinisch wordt gegarandeerd. De lokale overheid is twee- of drietalig. In 1972 wordt het tweede autonomiestatuut van kracht. Steeds meer domeinen vallen onder de verantwoordelijkheid van de Zuid-Tiroolse regering, zoals de gezondheidszorg, openbare veiligheid, handel, nijverheid en wegenbouw. Uiteindelijk krijgt het Zuid-Tiroolse parlement verregaande wetgevende bevoegdheden.
Bij de kwestie van de plaatsnamen die nog gebaseerd zijn op namen uit de fascistische tijd, heeft men nog geen overeenkomst bereikt. Ook het ‘Siegesdenkmal’ in Bozen is een steen des aanstoots, omdat het eveneens door de fascisten werd opgericht en Mussolini en diens politiek verheerlijkt. Ongeveer 70% van de Zuid-Tirolers geeft aan dat Duits hun moedertaal is; voor 25% is dit Italiaans en voor 5% Ladinisch. In 1998 wordt de eerste drietalige universiteit van Europa, de Vrije Universiteit Bozen, opgericht.