Feestdag van Sardinië

Antiochus van Sulcis (Mauretanië, 95 – Sardinië, 127) was een van de eerste christelijke martelaren van Sardinië. Zijn figuur wordt geassocieerd met de Sardijnse mijnen waaruit de Romeinen waardevolle mineralen en metalen hebben gehaald: de Romeinen veroordeelden vaak zowel krijgsgevangenen als christenen om in deze mijnen te werken.

De legende van Antiochus wil dat hij veroordeeld wordt om in deze mijnen in het toen onherbergzame eiland Plumbaria te werken als een bron van lood. Hij moest tijdens het keizerrijk van Hadrianus dokter worden en hij werkte in Cappadocië en in Galatië en bekeerde veel mensen tot het christendom. Hij werd hiervoor gevangen en onderworpen aan foltering en werd vervolgens verbannen naar Sardinië. Hier bekeerde hij zijn bewaarder, Ciriaco-soldaat, en gebruikte hij vijf graven die toebehoren aan de Punische necropolis van de zesde eeuw v.Chr., Waar hij stierf biddend voor de sulcites op 13 november van het jaar 127 n.Chr. Hij rustte tot 18 maart 1615 op de dag van de ontdekking van zijn lichaam in de catacombe die aan hem is opgedragen.

Dit feest is een nationale feestdag voor Sardinië. Op deze dag eren de inwoners van het eiland de eerste patroonheilige Sant’Antioco. Het feest vindt plaats in Sant’Antioco op elke tweede maandag na Pasen. Deze feestdag gaat gepaard met en hele week vol muziek, optochten en voedsel.