De Goede Week

Palmzondag

Bij het begin van de Goede Week, op ‘Palmzondag’ is er de palmwijding. Deze herinnert aan het gejuich, waarmee men Jezus bij zijn intocht ontving. De vele pelgrims, die vanwege Pesach, het joodse feest van de ongezuurde broden, naar de stad zijn gekomen, verwelkomden hem met palmtakken. Volgens de evangeliën wist Jezus op dit moment al dat lijden en dood hem wachtten.

Het doel van de Goede Week is de overweging van het lijden en sterven van Christus en verwijst naar het gegeven dat de dood dankzij Jezus definitief overwonnen is. De laatste dagen van de Goede Week – Witte Donderdag, Goede Vrijdag en Paaszaterdag – vormen het hoogtepunt van de voorbereiding op Pasen. Lange tijd mochten tijdens de Goede Week – en dat gold ook voor de daarop volgende paasweek – geen zware lichamelijke werkzaamheden worden verricht.

Witte donderdag

Op ‘Witte Donderdag’, de dag van het laatste avondmaal, wordt in de christelijke kerk gedacht aan de laatste maaltijd van Jezus met zijn leerlingen, want in de nacht van Witte Donderdag wordt Jezus verhoord en gevangen genomen. Het is niet zomaar een maaltijd, het is de vooravond van het Joodse Paasfeest (Pesach). Jezus en zijn vrienden denken aan hoe het joodse volk ooit door Mozes uit Egypte is bevrijd. De gelovigen eten op deze avond brood en drinken wijn. Het brood verwijst naar Jezus’ lichaam, de wijn naar het bloed dat Jezus offerde omwille van het heil van de mensen. Door het avondmaal zullen de christenen Jezus en zijn dood blijven gedenken.

Vóór dat de maaltijd begint maakt Jezus nogmaals duidelijk dat machtsverhoudingen, meesterschap en slavernij in zijn visie niet kunnen bestaan. Het gaat hem om dienstbaarheid aan elkaar, om broederschap, waarbij iedereen telt. Hij demonstreert dat op een bijzondere wijze. In plaats van de slaven gaat hij zelf op zijn knieën en wast de voeten van zijn leerlingen. Die kijken raar op, want Jezus was toch hun meester. Een meester die de dingen op zijn kop weet te zetten. Meesters worden helpers.

Tijdens deze maaltijd wordt het Jezus duidelijk dat er iemand onder zijn vrienden is die hem verraden zal. Er zijn mensen die willen dat Jezus wordt opgepakt en gedood. Judas, één van de leerlingen zal hen daarbij helpen. Jezus vertelt dat allemaal tijdens de maaltijd. Het is dus een bijzondere maaltijd: vooral als Jezus het brood breekt en ronddeelt terwijl hij zegt dat het zijn lichaam is. Hij doet dat ook met de beker wijn. Hij wil dat mensen hem zo blijven herinneren.

Na de maaltijd gaan Jezus en zijn leerlingen de stad uit naar de Olijfberg, waar Jezus tot God zal bidden. Vluchten doet hij niet. ’s Nachts werd Jezus in de hof van Getsemane verraden door Judas Iskariot, één van zijn leerlingen. Judas leverde Jezus voor dertig ‘zilverlingen’ uit aan de joodse religieuze leiders in Jeruzalem. Zij beschuldigden Jezus van godslastering omdat hij zich Gods zoon noemde en in Gods naam zonden vergaf. Na de overval in de hof van Getsemane werd Jezus door de joodse hogepriester Kajafas verhoord en daarop door de Romeinse stadhouder Pontius Pilatus ter dood veroordeeld.

De naam ‘Witte Donderdag’ verwijst naar de liturgische kleur en het witte gewaad dat de priester tijdens de eucharistieviering draagt.

Goede vrijdag

Op ‘Goede Vrijdag’ wordt wereldwijd in kerkdiensten door christenen de kruisiging van Jezus herdacht. De klokken luiden voor aanvang van de dienst niet, als teken van rouw. Goede Vrijdag wordt ‘goed’ genoemd omdat de christenen geloven dat Christus’ vrijwillige dood betekende dat God zich om het menselijk lijden bekommerde en het zelf op zich nam. Belijdende rooms-katholieken eten op deze dag geen vlees.

Het christendom is gebaseerd op het leven en lijden én de opstanding uit de dood van Jezus Christus. Goede Vrijdag is dan ook de meest indrukwekkende dag voor christenen want op deze dag gedenkt men de kruisdood van Jezus van Nazareth. Op deze dag komen de christelijke gemeenschappen gewoonlijk om drie uur ’s middags samen om Jezus’ sterfdag te herdenken. In veel kerken houdt men dan een “kruiswegviering”. De dag staat in het teken van droefheid.

Stille zaterdag

‘Paaszaterdag’ of ‘Stille Zaterdag’ is de laatste dag van de vastentijd, die 40 dagen eerder begon op Aswoensdag. Op deze dag herdenkt men de tijd dat Christus dood in het graf lag en er als het ware een stilte in de wereld optrad. In afwachting van de volgende paasmorgen heerst dan in het kerkelijk leven stilte. Het is de laatste dag van de lijdensweek die voorbereidt op het christelijke paasfeest, de opstanding van Christus uit zijn graf. Het kruis is nu leeg, en in veel kerken is het altaar afgeruimd; er liggen en staan geen bloemen, kaarsen, of mooie kleden op het altaar.

Paaszondag

Met ‘Pasen’ herdenken kristenen de verrijzenis van Jezus uit het graf, op de derde dag na zijn kruisiging. De rouwende vrouwen die vroeg in de morgen naar het graf gaan om Jezus’ lichaam met zalf en kruiden te verzorgen, vinden de zware steen weggerold en het graf leeg. In veel kerken wordt in de nacht van Stille Zaterdag op Paaszondag een wake gehouden. De liturgie van de Paaswake begint bij zonsondergang en eindigt bij zonsopgang tijdens de nacht van paaszaterdag op Pasen. Herdacht wordt dat Jezus in deze nacht uit de dood is opgestaan. De paaswake is het feest van het licht, het feest van het water en het feest van de vreugde om Jezus’ verrijzenis.

In de katholieke traditie wordt het Licht, als teken voor Christus, feestelijk binnengedragen in de kerk en bejubeld. Dit staat symbool voor de opstanding. In de viering worden een groot aantal symbolen met elkaar gecombineerd worden. In sommige kerken wordt het doopwater gezegend en hernieuwen gelovigen de doopbeloften. Symbool van de verrezen Heer is de paaskaars die van nu af haar licht zal doen schijnen. In de kaars zijn vijf wierookkorrels in kruisvorm gestoken; zij verbeelden de vijf wonden van Jezus in handen, voeten en hart.

Pasen was vroeger ook een seizoensgebonden landbouwfeest. Het markeerde het begin van de lente en het einde van een tijd van schaarste, die heerste als de voorraden van de winter opraakten. Veel paasgebruiken zijn afgeleid van dit niet-christelijke lentefeest, zoals het rapen van eieren. Boeren beschouwden eieren als een kiem van kracht. Ze begroeven ze in hun velden opdat ze hun kracht op de bodem over zouden brengen en voor een goede oogst zouden zorgen. Later dienden de eieren voor de katholieken ook om na de veertigdaagse vastenperiode weer op krachten te komen. Op Palmzondag werden de eieren ingezameld.

Pasen is ook een lentefeest. Na de koude winter waarin alle voedsel van het vorige jaar is opgegeten gaat de natuur opnieuw beginnen. Dieren krijgen jongen, bomen en bloemen gaan bloeien, kuikens komen uit hun ei. Het ei is een symbool van nieuw leven. Overal in de winkels zie je lentekuikentjes en paaseieren, echte, van papier of van chocolade. De mensen lopen er ook paasbest bij in hun frisse nieuwe kleren.

Beloken Pasen – 7 weetjes

1. ‘Beloken’ is het voltooid deelwoord van het werkwoord ‘beluiken’: (af)sluiten. Met Beloken Pasen wordt de paasweek (‘het paasoctaaf’, acht dagen vanaf Pasen) afgesloten.
2. In het Jubeljaar 2000 riep paus Johannes Paulus II deze dag uit tot Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid.
3. In het Latijn heet Beloken Pasen Dominica in albis (zondag in het wit), een verwijzing naar witte doopkleren van de doopleerlingen. Vroeger droegen christenen die op de paasnacht waren gedoopt acht dagen lang een wit kleed, symbool van hun nieuwe geboorte. In Duitsland wordt Beloken Pasen daarom vaak Witte Zondag genoemd.
4. In het Engels luidt het Quasimodogeniti Sunday, letterlijk: Zoals pasgeborenen. Dit is een verwijzing naar de eerste woorden van de bijbeltekst: ‘Weest als pasgeboren kinderen be- gerig naar de geestelijke, on- vervalste melk, die u wasdom zal schenken ter zaligheid. Gij hebt immers al geproefd van de zoetheid des Heren.’ (1 Petrus 2,2-3).
5. De klokkenluider van Notre Dame uit het gelijknamige boek van Victor Hugo krijgt de naam Quasimodo omdat hij op Beloken Pasen te vondeling werd gelegd.
6. Johann Sebastian Bach schreef voor Beloken Pasen de cantate Halt im Gedächtnis Jesum Christ.
7. In de bijhorende evangelietekst (Joh 20, 19-31) lezen we dat een week na Pasen ook de apostel Thomas zijn intussen spreekwoordelijke scepsis laat varen – door Caravaggio zo aanschouwelijk verbeeld in De Ongelovige Thomas. Jezus’ antwoord luidt ietwat laconiek: ‘Omdat ge mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben. ‘(Joh 20,29)

De paaskaars, symbool van de verrezen Heer

In een kerk staan doorgaans heel wat kaarsen, maar zonder twijfel is de paaskaars de allerbelangrijkste. Het gebruik ervan gaat al terug tot de oudheid. Als verwijzing naar de verrezen Christus, het licht voor de wereld, speelt ze een voorname rol in de liturgie. Niet alleen op zondag, maar o.m. ook bij uitvaarten en doopsels.

De paaskaars onderscheidt zich alleen al door haar lengte en diameter van andere kaarsen. In de middeleeuwen was er een tendens om paaskaarsen almaar groter te maken, tot ze gigantische proporties bereikte. Legendarisch was die in de kathedraal van Durham in Engeland, met een basis bijna zo breed als het koor en een hoogte van 25 meter.
Paaskaarsen kunnen rijkelijk versierd zijn met Bijbelse en kerkhistorische beelden. Om nog even bij de monumentale kaars uit Durham te blijven: die bevatte onder meer afbeeldingen van vier vliegende draken met kristallen in hun voorhoofd en van de vier evangelisten.

Elk jaar tijdens Paasnacht wordt een nieuwe paaskaars ontstoken tijdens het lucernarium, waarmee de paaswake aanvangt. Eerst moet de priester het paasvuur zegenen. Vervolgens moet hij een kruis in de kaars snijden. Bij het snijden van de verticale balk hoort het uitspreken van de woorden “Christus gisteren en heden” en bij de horizontale „Begin en Einde”. Daarop tekent de priester de letters alfa en omega, respectievelijk boven en onder de verticale kruisbalk terwijl hij de naam van de letter uitspreekt.

Het zijn de eerste en laatste letter in het Grieks alfabet. Samen symboliseren ze dat Christus als God zowel de oorsprong als de voltooiing is van alles wat bestaat.De paaskaars wordt naar voor gedragen, bezongen en bewierookt de verticale kruisbalk, terwijl hij de naam van de letter uitspreekt. Het zijn de eerste en de laatste letter in het Grieks alfabet. Samen symboliseren ze dat Christus als God zowel de oorsprong als de voltooiing is van alles wat bestaat.

Dan brengt de priester in de vier hoeken van het kruis de cijfers van het jaartal aan: het eerste in de linkerbovenhoek met de woorden „Hem behoren tijd”, het tweede in de rechterbovenhoek met „en eeuwigheid”, het derde in de linkerbenedenhoek met „heerlijkheid en heerschappij”, het vierde in de rechterbenedenhoek met „door alle eeuwen der eeuwen. Amen”.

Ten slotte kan de priester vijf wierookkorrels met nagels in kruisvorm op de kaars aanbrengen, verwijzend naar Christus’ wonden. Intussen bidt hij, nagel per nagel: „Door zijn heilige, glorievolle wonden, bescherme, en behoede ons, Christus de Heer. Amen.” Vaak zijn het kruis, de alfa en omega en het jaartal al door de kaarsenmaker aangebracht.

Het ontsteken van de kaars aan het vuur gebeurt met de woorden: „Het licht van Christus’ glorievolle verrijzenis moge uit ons hart en onze geest de duisternis verdrijven.” Dan wordt de paaskaars door de diaken of priester naar voor gedragen in een processie waarbij het licht wordt verspreid en driemaal wordt gezongen: „Licht van Christus. Heer wij danken U.” Na de processie volgt een plechtige lofzang op de paaskaars, met bewieroking.

Veranderlijke kalenderdatum

Er is in de eerste eeuwen na de dood van Christus heel lang geruzied over de exacte Paasdatum. Dat leidde zelfs tot excommunicaties. Het Concilie van Nicea bracht in 325 licht in de duisternis. Pasen wordt gevierd op de eerste zondag na de eerste volle maan van de lente. Als de volle maan valt op het begin van de lente, mag dat ook. En als de eerste volle maan van de lente op een zondag valt, wordt Pasen de volgende zondag gevierd.

Nu is er een probleem. Want de kerkvaders konden in 325 niet vermoeden dat de astronomische lente niet altijd valt op 21 maart. Ook het exact bepalen van het moment van volle maan is geen sinecure. Daarom werd afgesproken dat voor de kerk de astronomische lente altijd begint op 21 maart, en dat de maanfasen zich herhalen om de 19 jaar.

De kerkelijke overheden wilden namelijk niet afhankelijk zijn van de astronomen. Er werd een formule opgesteld om de paasdatum te berekenen, die redelijk overeenkomt met de werkelijke maan, maar toch in een aantal gevallen een andere datum geeft. De werkelijke positie van de maan is immers heel erg ingewikkeld, als gevolg van planetaire storingen. Met die definitie wordt Pasen een variabele feestdag die kan vallen van 22 maart tot 25 april.

Vijgen na Pasen

Dit betekent dat iets te laat is om nog zin te hebben. De oorsprong ligt in vroegere vastenperiodes. Veel mensen letten in de vastenperiode op hun voeding: ze eten minder, en vooral minder zoetigheden. Wat precies, dat kies je zelf. Vroeger was dat niet zo: er bestond een lijst, uitgevaardigd door de Kerk, van wat je wel en niet mocht eten. Gedroogde vijgen waren zowat de enige zoetigheid die was toegelaten, en dus erg populair. Maar vijgen worden doorgaans geïmporteerd, en de import verliep in vroegere tijden niet zo gesmeerd als nu. Vandaar dat er wel eens een lading vijgen te laat kwam, na Pasen dus. Die vijgen na Pasen hadden dus eigenlijk geen nut meer. In Nederland is deze uitdrukking minder bekend. Daar spreekt men eerder van ‘mosterd na de maaltijd’.